Egmond historie

Egmond historie.

De samenstelling van alle Egmond pagina’s op deze site is mede mogelijk gemaakt door de enthousiaste medewerking en adviezen van Hans Pijnenburg, die vroeger in de Egmond organisatie werkzaam was als all-round medewerker in Best en als eindcontroleur in Boxtel. Wij zijn Hans daarvoor zeer dankbaar en erkentelijk. Meer over Egmond is te vinden op: https://www.facebook.com/groups/Egmondgitaarmuseum/ , waar Hans momenteel beheerder is.

Het verhaal van Egmond begint in 1932 met de op 55 jaar ‘gepensioneerde stationschef ‘ U. (Uilke) van Egmond (1879-1959), een bekwame violist. Ter aanvulling van zijn pensioen gaf Uilke muzieklessen en opende daarvoor in Valkenswaard een kleine muziekwinkel  “Musica”, waar uit Tjechie, Duitsland en Spanje  geïmporteerde instrumenten werden verkocht. Omdat er veel leerlingen uit Eindhoven kwamen verhuisde het muziekschooltje annex muziekwinkel Musica al snel naar de Binnenwiertzstraat in Eindhoven waar het wel toegestaan was om een etalage in te richten. De muziekwinkel verhuist vervolgens in 1935 naar de Kerkstraat 48 in Eindhoven.
Oudste zoon Gerard (1904-1974), de latere Algemeen directeur van Egmond, gaat al in 1936 met Uilke naar de muziekbeurs in Leipzig en start naast pianoreparatie de eerste gitaarproductie vanuit de Kerkstraat en een schuurtje aan de Gestelsestraat. De eerste gitaar maken duurt  één week. Later volgt een fabriekje aan de Ten Hagestraat en aan de Smalle Haven dat wordt verwoest door een Brits bombardement in 1942. De eigen productie beperkt zich tot eenvoudige acoustische gitaren en Hawaiin steelgitaren, ook worden nog reparaties aan diverse muziekinstrumenten uitgevoerd.

Na de oorlog komen van lieverlee alle zoons bij Uilke in de zaak werken; Piet (Boekhouding) en de jongere broers Dick (Technisch genie)  (1920-1992) en Jaap (HTS electronicus) (1921-1993). Zij stoppen met de Oostblok import en starten als Muziekinstrumentenfabriek Musica rond 1946 met seriebouw van gitaren in de voormalige meubelfabriek Piogniér aan de Frankrijkstraat 19a in Eindhoven. Begin 50’s waren er 20 personeelsleden en werden 50 gitaren per week gemaakt. Productie van Banjo’s en Mandolinen werd toegevoegd. Er kwamen 2 productiefaciliteiten bij in Aalst-Waalre (machinale houtbewerking en spuiterij/montage/expeditie), in 1959 start de bouw van een nieuwe fabriek in Best, een laag langwerpig fabrieksgebouw. De Frankrijkstraat werd rond eind fifties getroffen door een verwoestende brand gevolgd door een brand in de locatie aan de Eindhovenseweg / Goudsbloemstraat in Aalst in juni 1960. De Musica winkel verhuisd via Fellenoord 48 naar het kolossale pand Hooghuisstraat 27.

Vanaf november 1960 start de productie in de nieuwbouw  aan de Randweg in Best (N-B). Bij de nieuwe Musica fabriek verschijnt ook de naam Egmond en het productiebedrijf groeide van 57 tot 80 man personeel, met ongeveer 40.000 naar 100.000 gitaren per jaar, waarvan er 20.000 in Nederland blijven. Er werden ruim 60 verschillende eigen modellen gemaakt.  Na een grote modernisering rond 1970 steeg het aantal medewerkers naar 150 en werden er jaarlijks 200.000 gitaren gemaakt. Daarmee was Egmond de tweede grootste gitaarfabriek van Europa, na Eko in Italie dat midden sixties op hun hoogtepunt  500.000 instrumenten per jaar wegtikte in samenwerking met het Britse Vox/JMI. Naast gitaren werden door Egmond / Royal ook gitaar elementen (pickups)  en gitaarversterkers op de markt gezet. De gitaarversterkers kwamen aanvankelijk tot stand in samenwerking met Philips  en Philips onderdelen, in de seventies werden er Davoli en Steelphon versterkers, met en zonder Egmond label, uit Italie geïmporteerd.

Het bedrijf exporteerde wereldwijd 80-90% van de productie. Belangrijke afnemers waren Rosetti in Londen, Jacques Cohen in Brussel en vooral Alexander Apfelbaum in New York, daarnaast ging de export naar vele landen in Europa en Africa. Op het hoogtepunt gingen per week wel tot 3 vliegtuigladingen vanuit Zestienhoven naar Engeland en een volle container zeevracht via Rotterdam naar de VS. Egmond’s succes in Engeland kwam mede voort uit het Britse embargo op Amerikaanse importen tot eind 1959 en de sterke opkomst van skiffle groepen door de populariteit van Lonnie Donegan en Chas McDevitt. Tot dan was men daar aangewezen op kleinschalige Britse fabrieken of import uit Japan en Europees vasteland. Vanaf 1960 kwam er in Engeland  Amerikaanse import op gang en ging Jennings/JMI tot 1968 Vox gitaren produceren in de UK en bij EKO/EME in Italie.

In totaal heeft men bij Egmond ongeveer 250 verschillende typen gitaren gemaakt. Helaas kwam er in het begin van de jaren 1970 een einde aan het familiebedrijf Egmond. Na de eerste ontslagen in 1969 volgde een grote ontslagronde in 1972. Onder invloed van goedkopere Aziatische producten ging de Amerikaanse importeur Apfelbaum dumpgitaren uit Japan en Korea importeren. Apfelbaum geneerde zich niet om deze Aziaten met zowel het Alex als ook het Egmond label op de Amerikaanse markt te zetten. Dat vormde de inleiding tot het faillissement van Egmond in november 1977.
Egmond kwam in zwaar weer onder banktoezicht, er werd fors bezuinigd en er werden noodmaatregelen getroffen voor een doorstart met overheidssteun van Economische Zaken. Men ging  zelfs over tot het produceren van branchevreemde houten producten.

Het Amerikaanse Tolchin Instruments Company was met zijn divisie Tolchin lnstruments Europe BV eigenaar van gerenommeerde Europese muziekfabrieken van blaasinstrumenten tot gitaren (Höfner). Dit concern investeerde in het noodlijdende Egmond merk en nam een groot deel van de aandelen over van de Egmond familie, die uit het bedrijf stapte. Zoon Jaap kreeg de Musica winkel in handen, Dick bleef nog even maar vertrok iets later ook.
Via Tolchin vestigde de C.F. Martin Company in 1976 een eigen faciliteit in Best en liet daar 6 door Martin ontworpen hoogwaardige gitaren in licentie produceren voor de Amerikaanse markt onder de naam Vega. Zij waren bedoeld als kwalitatieve middelmoot tussen hun dure Amerikaanse lijn en de relatief goedkope Japanse Sigma gitaren van Martin. Tolchin leverde daarnaast zelf soortgelijke Alpha en eenvoudiger Alfesta en Jester gitaren. Al deze merken werden naast de reguliere Egmond gitaren onder een dak geproduceerd.
Echter in 1977 stopte C.F. Martin & Co al na 1,5 jaar de samenwerking in een krimpende markt. In de eigen Martin fabriek liep de productie terug en de Amerikaanse vakbonden eisten middels staking sluiting van de Nederlandse productie die kampte met de hoge kwaliteitseisen van C.F. Martin. 
Gitaren voor het Britse concern Boosey & Hawkes, tot dan UK importeur van Vega gitaren, kregen de naam Roderich Paesold, vernoemd naar een Duits bedrijf uit de Boosey en Hawkes groep. Aanvankelijk in Best, maar die productielocatie verhuisde begin tachtiger jaren met enkele Egmond machines en een 15 tal ex-werknemers naar de WSD locatie De Singel in Boxtel onder de vlag van Tolchin lnstruments Europe BV. In 1983 werden alle ooit zo veelomvattende activiteiten gestopt. Ook met de Musica winkel liep het slecht af. Joep Egmond, zoon van Jaap, wilde de winkel omvormen tot webwinkel, maar moest dit staken na gedupeerd te zijn door een creditcard bende. 

AudioOne Corporation in Canada bezit nu de Egmond merknaam. Zij hadden vergevorderde plannen om weer een opgefriste limited edition van 6 van de meest populaire Egmond modellen in hedendaagse uitvoering op de markt te gaan lanceren. Brian May en Paul McCartney waren benaderd om mee te werken aan de Nederlandse introductie. In 2011 overleed echter engineer Yuri Dmitrievski, de motor achter dit project, en werden na 4 jaar voorbereiding de activiteiten gestaakt.   

De populariteit van de Egmond gitaren was vooral te danken aan hun relatief lage prijs, soms slechts 10% van de prijs van de grote Amerikaanse merkgitaren. Voor veel beginners werd gitaarspelen mogelijk gemaakt door die lage prijs en dat is dan ook de grote verdienste van dit merk. Door Egmond zijn er zo velen begonnen met gitaarspelen en daar zijn grote namen uit voortgekomen. Egmond gitaren zijn vaak eenvoudig gebouwd en licht van gewicht mede omdat ze veelal hol zijn opgebouwd uit triplex. Hiervoor werd samengewerkt met N.V. Houtindustrie Picus uit Eindhoven, bekende leverancier van dun hout voor sigarenkistjes en de Fetim vestiging, sinds 1960 in Best. Het merendeel van de Egmond gitaren is massaproductie van een matige kwaliteit uit inlands hout zonder verstelbare halspen (Truss Rod). Later werden modellen verbeterd met een Variflex Archtop veersysteem of Varifort halspen, helaas was die vaak te licht of kon vastroesten, waardoor bijstelling niet meer lukte. Rond 1964 verschijnen er op de headstock ingeslagen serienummers.  
Het assortiment bevat overigens ook enkele tip-top professionele Archtop modellen voor de veeleisende beroepsmusicus, welke in de fifties ook werden verkocht onder de submerknamen Caledonie,  Wilson en Miller. Naast de eigen merken en submerken werd er in opdracht voor andere markten en landen geproduceerd onder meer dan 40 verschillende merknamen.

Egmond/Rosetti beginners gitaren werden verkozen door latere Britse beroemdheden zoals Paul McCartney en George Harrison van  The Beatles, Brian May van Queen (Toledo), Keith Richards van The Rolling Stones, Rory Gallangher (Toledo en Solid 7) en Gary Moore. George Harrison leerde zijn eerste akkoorden op een gitaar die in de oude fabriek aan de Frankrijkstraat in Eindhoven was geproduceerd: een Egmond Toledo 105/0. De vader van Harrison had die voor zijn dertiende verjaardag gekocht bij muziekhandel Rosetti (als Rosetti 276)  in Londen voor vijftig gulden. In 2003 werd hij geveild voor 276.000 pond. Vandaag de dag is deze legendarische gitaar te zien in het The Beatles Story Museum in Liverpool.  Paul McCartney kocht in 1959 in Liverpool een rechtshandige 6 snarige Rosetti Solid 7 uit de oude Musica fabriek, die hij met pianosnaren ombouwde tot 4 snarige linkshandige basgitaar. Brian May heeft zijn Toledo in 2003 laten restaureren tot beter dan nieuw. David Bowie gebruikte zijn in Blue refinished Egmond 12 string gitaar tijdens de legendarische Starman uitvoering in de BBC Top of the Pops uitzending van 1972. In Londen werd een Rosetti Airstream III (=Egmond Thunder 3 pu) geveild die in 1968 door Paul McCartney was bespeeld tijdens een opnamesessie met het duo Drew and Dy. Zie: http://www.meetthebeatlesforreal.com/2016/04/drew-and-dy-at-apple.html . 

In Nederland waren er talloze artiesten die het het begin van the sixties voor Egmond kozen.
Rene Noodelijk (Rene & his Alligators), John Lamers, The Blue Diamonds, Anneke Gronloh, The Tielman Brothers en Robbie Boekholt (Once) hebben  professionele Egmond gitaren bespeeld. Buitenlandse artiesten die Egmond gitaren kozen waren o.a. Roy Orbison, David Bowie en het Trio Hellenique. Eddie Christiani, Peter Koelewijn en Trini Lopez waren zelfs Egmond endorsers. Thans gebruikt Sue de Night (als huisband van DWDD) nog 2 blauwe Lion Teardrop gitaren. Egmond versterkers werden o.a. gebruikt door Eddie Christiani en De Maskers speelden er o.a. hun grootste hit La Comparsa op.
In Engeland koos Tony Harvey (solist bij Vince Taylor & The PlayBoys) voor een witte Archtop Egmond ES-57, een topproduct met 3 pick ups. Hank Marvin leende deze gitaar voor de opname van Cliff Richard’s wereldsucces Living Doll. Kijk voor meer informatie hierover bij onze rubriek “Cliff & Shadows” onder de pagina “Living Doll en Egmond” op deze site.

Er is vandaag de dag nog volop belangstelling voor de instrumenten van het merk Egmond, op internet is er veel over te vinden, o.a. op de Zweedse site van liefhebber Hans Gatu, zie:    http://www.egmond.se/egmond_se_History.html
Bij muziekwinkel Key Music in Eindhoven is een ruimte ingericht als Egmond tentoonstelling met instrumenten uit de privé verzameling van Joep Egmond, kleinzoon van Uilke en zoon van Jaap Egmond, zie: https://www.facebook.com/egmondguitars/.
Verzamelaars en eigenaars van oude instrumenten koesteren hun bezit of bieden hun collectie door vergrijzing te koop aan. 

In Best is thans het Egmondplein gevestigd op de locatie van het voormalige Egmond fabrieksgebouw dat in 2011 door brand verwoest werd.  Een filmpje van de Egmond gitaarproductie in 1966 is hier te zien:  https://www.youtube.com/watch?v=E5_IpG9yzoo

Siert van den Berg maakte een 9 delige documentaire over de geschiedenis van het gitaarmerk Egmond, met ruim 1 uur authentiek  beeldmateriaal en interviews met familieleden en oud medewerkers van Egmond. Dit geplaatst in perspectief met de wereld- en muziekgeschiedenis, zeer de moeite waard.
Zie: https://vimeo.com/channels/1405512/253435857 
of   https://siertvandenberg.nl/ . Onder Deel 2 staat nog een afzonderlijk filmpje “Portret van een verzamelaar” met Theo van den Berg en er is een apart filmpje uit 2017  te vinden met de Egmond gitarenverzameling van Harmen Schaap, alsmede een versie met Engelse ondertiteling. 

Er zijn 2 specifieke Egmond boeken uitgebracht die beide snel uitverkocht waren:
– “Egmond gitaarfabriek in Nederland”, van 2009, boek van verzamelaar Wim Markenhof (1946) met 58 pag + CD.
Er is een filmpje over dit boek en Wim’s eigen verzameling, zie hiervoor: https://www.youtube.com/watch?time_continue=13&v=u6nsBChkgqY.
– “Egmond het legendarische Nederlandse gitaarmerk”, van 2013, boek met 515 pag +DVD door Cees Bakker (ISBN 978-90-361-0354-7).
In het boek “Beatstad Eindhoven” (2010) door Frans Dekkers  (ISBN 978-90-815453-1-0), worden 12 van de 242 pagina’s gewijd aan de geschiedenis van Egmond.
In het Museum  “Terug in de Tijd” in Horn (L) en in Museum “RockArt” in Hoek van Holland (ZH) zijn uitgebreide Egmond collecties te bekijken.

De codering en typeaanduiding van Egmond gitaren is door de jaren heen in diverse systemen toegepast en lijkt soms wat ondoorgrondelijk.
De volgende rij afkortingen brengt enig licht in de duisternis voor de wat vroegere modellen: B= Bass of Banjo,  E= Electric,  G=Guitar, H=Hawain,  J=Jazz, L= Luxury,  M= Medium, P= Parlor 3/4 size,  S=Standard of Spaans,  Z= Zebrano stripes,  CA= Cut Away, ES= Electric Standard,  JG= Jazz Guitar, T=Tenor, V=Vibrato of Vinyl.  

Egmond algemeen en historie.

 

 

 

 

 

 

You cannot copy content of this page